
“Ik aarzelde eerst om daar naartoe te gaan. Ik had al genoeg verdriet en zorgen door het verhaal van mijn eigen kind en had schrik om daar nog eens de verhalen en zorgen van anderen te moeten bij nemen dan. Maar het verrassende was dat het contact met lotgenoten net het tegenovergestelde deed voor me. Hun gedeelde verhalen gaven net veel herkenning en erkenning van mijn eigen gevoelens en zoektocht. Soms verwoordt een lotgenoot iets dat me plots inzicht geeft in mezelf. Soms leer ik nuttige info bij over paperassen of ziektebeeld of medicatie of de werking van het ziekenhuis. Soms helpt het om positieve focus te blijven houden en samen ook te lachen over grappige situaties.”
“De verbondenheid doet deugd. Onze kinderen hebben verschillende medische verhalen en wij hebben heel verschillende levens, maar tegelijk is er een begrip voor elkaar dat mensen die dit niet meemaken niet hebben. Het voelt goed een groep te hebben waar je je wel begrepen voelt.”
“De Kanjerschouders voelen heel veilig voor me. Ik mag vertellen wat ik wil, maar ben nergens toe verplicht. Soms luister ik gewoon. Soms deel ik iets. Soms zegt iemand anders iets dat heel treffend aansluit bij waar ik zelf doorga. Een kind hebben met kanker is niet niks. Het brengt veel emoties en zorgen en ook praktische problemen met zich mee. Het helpt me om die te mogen verwoorden als ik daar nood aan heb. Hier in de groep klinkt dat nooit belachelijk, maar wordt het begrepen. En soms denken we samen over oplossingen, over hoe die of die aanpak beter zou kunnen.”
“De vrijblijvendheid van deelname is wel fijn. Je hoeft niet in te schrijven. Je hoeft je niet te verontschuldigen als je niet komt. Je hoeft niet te praten als je wel komt. Je hoeft geen vrienden te worden met de anderen en hun verhalen mee te nemen als je dat niet wil of kan. Je hoeft niet deel te nemen aan ideeën of projectjes als die je niet aanspreken of je er geen energie voor hebt. Je hóeft niks. Je mag er gewoon toekomen in de emotionele toestand zoals die op dat moment is. Je mag daar iets over zeggen. Maar dat hoeft niet. Je mag zaken herkennen in wat anderen zeggen. Maar net zo goed is dat niet altijd zo. En dat is allemaal oké.
Het hielp me om me ergens aanvaard, begrepen en geborgen te voelen in mijn mama-zijn-van-een-kind-met-kanker-op-mijn-eigen-manier. En tegelijk veel erkenning en begrip te vinden.”
“En we lachen ook veel samen. Dat mag. Wenen mag ook.”